Of en hoe dit boek haar aspiratie werkelijk kan waarmaken, zal moeten blijken in de praktijk. Wat onderwijs als praktijkruimte betreft, hoop ik dat leerkrachten met name de filosofie van Deep Democracy omarmen. Niet om nog maar eens iets bij te proppen op de ellenlange takenlijst van en voor onderwijs. Wel om – via de tools – te werken aan de persoonsvorming en de socialisatie van jonge mensen. De ‘rebelse’ kwaliteiten lef, verbeelding en empathie bieden uitstekende aanknopingspunten om een pedagogisch project te concretiseren in gedrag dat we graag (meer) zien op onze scholen. Net dat is de enige ietwat gemiste kans van dit boek: ik had graag nog iets meer verwevenheid gelezen met wat onderwijs ook vandaag al is, doet en betekent in onze samenleving. Hoewel de poging van Fanny Matheusen om in te haken op de onderwijscontext meer dan verdienstelijk is, zal een doorwinterde en belezen onderwijsprofessional hierin mogelijk een beetje op zijn honger blijven zitten. Al zegt dat ook iets over vertrouwen in de professional: dit boek zit tjokvol kansen om Deep Democracy naar je eigen hand te zetten.
Het is dan ook een aanrader voor wie kleuters, lagere schoolkinderen, tieners én jongvolwassenen wilt ondersteunen om inclusief besluiten te nemen, te zeggen wat er gezegd moet worden, te debatteren, in verbinding te gaan, elkaar te waarderen, …
Verder deel ik graag nog wat meer gedetailleerde reflecties bij het boek.
- De uitdagingen waar jongeren voor staan, en waar onderwijs voor staat, zou ik enigszins anders schetsen. Ik mis hier en daar nuance en diepgang. Al geef ik meteen toe dat ik op dit vlak een veeleisende lezer ben. Tegelijk is het ‘uitzoomende’ hoofdstuk ‘Rebellen’ zonder meer lezenswaardig door de schets van de drie mensbeelden waartoe DD ‘rebellen’ wil opvoeden: de homo empathicus, de homo animoso en de homo ludens. Ik ben gecharmeerd door deze drie ‘vermogens van de rebel’ – empathie, lef en verbeeldingskracht – net omdat het ook vermogens zijn die we als hedendaagse professional broodnodig hebben. Die professionele rebellie doet me denken aan dit boeiend stuk in De Tijd over ‘loyale maar tegendraadse medewerkers‘.
- Aan alles merk je dat de auteur ervaring heeft in het werken met (groepen) mensen, en affiniteit met onderwijs. Het boek leest alsof je in een vorming zit: de tools staan stap voor stap glashelder beschreven en de vraag die tijdens het lezen in je hoofd popt, wordt op de volgende bladzijde beantwoord. Dat is een troef, en hier en daar zorgt het voor een veelheid die wat alle kanten opschiet, hoewel Fanny Matheusen meestal wonderwel de rode draad zichtbaar weet te houden.
- Hier en daar mis ik een goede bronverwijzing. Spijtig, want veel inhouden stimuleren me om verder te lezen in de oorspronkelijke bron. Af en toe mis ik ook een evidente bron, zoals Rutger Bregman (De meeste mensen deugen) in het stuk over empathie.
- Dit boek was nóg vollediger geweest mits het aangeven van de kruisbestuiving en doorsnedes met al aanwezige didactiek/pedagogie in scholen. Ik denk aan coöperatief leren, participatieve methodieken, de aanpak in methode- en leefscholen, programma’s rond sociale en communicatieve vaardigheden, projectwerking, … Een volgend praktijkboek zou zich kunnen focussen op het verweven van Deep Democracy met bestaande praktijken op school. Want jawel, er zitten gouden eieren verstopt in ons onderwijs. Tot nog toe zeker niet altijd onder de noemer DD maar ze lijken er verdacht veel op. Laat ons die praktijken naar boven halen en vermenigvuldigen!
- De twee hoofdstukken over ‘begeleiderschap’ smaken naar meer. Het vraagt oefening, reflectie en verdieping om Deep Democracy in zijn volheid in de klas en op school te brengen. Tegelijk kan je er morgen mee beginnen. Vraag blijft hoeveel je van die ‘kunst en kunde’ (zoals Fanny het terecht beschrijft) je via een boek kan doorgeven.
- Ik juich elk boek toe dat helpt om de kwaliteit van gesprek (onder leerlingen) te versterken. Ongetwijfeld draagt Rebelleren kan je leren daar toe bij. Terecht schetst Fanny naast meer pedagogische toepassingen (groepsdynamica, samenwerking, besluitvorming, ….) ook opties om de werkvormen onderwijsinhoudelijk (‘didactisch’ genoemd in het boek) in te zetten. Je kan discussiëren of ‘didactisch’ en ‘pedagogisch’ hier de juiste verzameltermen zijn. Alleszins: het potentieel van de werkvormen is enorm, ook voor de kwalificatiefunctie (het behalen van onderwijsinhoudelijke doelen) van onderwijs. Bijlage 2 illustreert mooi de rijkdom van tools als inchecken, gesprek op voeten, dagelijks debat. Een ancien leerkracht met pakweg Leefsleutel-ervaring haalt hier extra inspiratie; voor een (beginnend) leerkracht die graag de controle houdt over wat er in de klas gezegd wordt (en door wie), zijn deze tools de ideale opstap.
De tools vormen een schatkist vol mogelijkheden om in gesprek te gaan over dat wat er in de klas en op school toe doet.
Gelezen vanuit mijn onderwijskundig-didactische achtergrond, zie ik nog best veel onontgonnen kansen: een gesprek op voeten om mondelinge vaardigheid Duits te oefenen, de vier stappen van besluitvorming over de gezamenlijke literatuurlijst, gouden pijlen voor studiekeuzebegeleiding, noem maar op.
- De tools zijn als gietvormen: met het geijkte format kan je zowat alle kanten uit. Graag benadruk ik wat de auteur beschrijft bij de toepassingsmogelijkheden: sla geen nagel in de muur met een schaar. Tools doelgericht inzetten is een must om de (leer)winst en de effecten te boeken die je voor ogen hebt.
- Rebelleren kan je leren is een sterk metaforisch boek. Dat is een troef omdat verbeelding vaak werkt om zaken tastbaar te maken. Tegelijk had het voor mij hier en daar iets meer ‘rechttoe rechtaan’ gemogen, zonder omweg. Al zal de beeldspraak vanuit het dierenrijk vele lezers ongetwijfeld sterk bekoren.
- Metaskills van de begeleider zoals compassie, superluisteren en intuïtie zijn pertinent in Deep Democracy. Ze vormen de grondhouding van waaruit alles ten goede vertrekt. Als fan van de metaskills, ben ik van mening dat deze nog iets meer uitwerking verdienden. Een neutraliteitsdans doen, bijvoorbeeld, is geen sinecure. Ik hoop van harte dat wie dit boek leest, ook in de Deep Democracy training(en) duikt om de kneepjes van zijn leraarsmétier vanuit de metaskills te versterken.
- Last but not least: Rebelleren kan je leren heeft prachtige illustraties. Een streling voor het oog én verduidelijking die de inhoud pakbaar maakt.
Dit boek zoomt in tot op niveau van de klaspraktijk én zoomt uit naar maatschappijkritiek, en constructieve antwoorden.
Zowel wie op zoek is naar een portie maatschappelijk engagement als naar de pragmatiek van de tools zal er zijn gading in vinden.
Fanny Matheusen is er uitstekend in geslaagd om de essentie van Deep Democratie beknopt én volledig te vatten. Ik was er al mee vertrouwd, en toch heb ik in dit boek frisse invalshoeken gelezen. Vooral de rijkdom en variatie aan voorbeelden maken dit tot een uitnodigende publicatie. Dit is een boek zoals ik Fanny ken: met een groot hart voor én een grote verwachting aan het adres van onderwijs. Au travail!
Saskia Vandeputte
Matheusen, F. (2020). Rebelleren kan je leren. Deep Democracy met kinderen en jongeren. Kalmthout: Pelckmans Pro.
Alle info rond het boek is hier gebundeld.
Met dank aan de auteur voor het recensie-exemplaar.
Een ingekorte versie van deze recensie verschijnt in Fons magazine, tijdschrift voor Vlaamse leerkrachten Nederlands uit het kleuter-, lager, secundair, hoger en volwassenenonderwijs.