“We moeten ze (nvdr: de kinderen) zo veel mogelijk laten uitproberen. Dat is goed voor ze. Maar er begon iets bij mij te knagen. Terwijl ik de voltijds begeleider van de leerloopbaan van mijn dochter werd, terwijl ik op allerlei plekken zat te wachten en zij beter werd, vroeg ik me af: welke nieuwe vaardigheden had ík geleerd?” p. 30
“Ik wist dat het een hele klus voor me zou worden. Dat ik zou vallen. Maar ik meende dat het me goed zou doen. Ik zou de instelling van een beginner hebben. Mijn hersenen en spieren zouden nieuwe wegen bewandelen.” p. 36
“Het zal niet gemakkelijk zijn. Net als bij een zen-pelgrimstocht zul je als beginner een reis ondernemen naar het niet-weten. Niet alleen zul je niet weten, maar je zult niet eens weten wát je niet weet. Je zult de indruk hebben dat iedereen naar je kijkt, wachtend tot je een fout maakt, zoals men ook kijkt naar de duidelijk herkenbare mensen die rijles krijgen. Je zult van een blauw L-bord worden voorzien.” p. 39
“Toch kunnen ‘de gewoonten van de expert’, zoals zenmeester Suzuki het noemde, soms een obstakel zijn. Vooral wanneer er behoefte is aan nieuwe oplossingen. Door al hun expertise kan het gebeuren dat experts zien wat ze verwachten te zien. Schaakkenners kunnen zo verrukt zijn over een zet die ze zich van een eerdere partij herinneren dat ze een optimalere zet op een ander deel van het bord over het hoofd zien.” p. 43
“Niemand wil een beginner blijven. We willen allemaal beter worden. Maar ook als je vaardigheden verbeteren en je kennis en ervaring toenemen, hoop ik dat dit boek je aanmoedigt de instelling van de beginner te behouden en zelfs te cultiveren: het naïeve optimisme, de hyperoplettende alertheid waarmee iets nieuws en onzekers gepaard gaat, de bereidheid om dom te lijken en de vrijheid om voor de hand liggende vragen te stellen – de onbekommerde geest van de beginner.” p. 45
“Beginnende volwassenen leren de grammaticale regels en de uitspraak, en maken daar gebruik van om zinnen samen te stellen. Kleine kinderen leren een taal door te praten.” p. 48
“Leren wordt aanbevolen als een effectieve reactie op stress op het werk; door ons gevoel van eigenwaarde te vergroten en ons misschien te voorzien van nieuwe vaardigheden wordt het leren een ‘stressbuffer’.” p. 56
“Geregeld uit onze comfortzone stappen doet op dit punt in de geschiedenis aan als een goede oefening voor het leven. Door de snelle technologische veranderingen worden wij allemaal ‘eeuwige beginners’, altijd op het steile deel van de leercurve, terwijl onze kennis voortdurend updates nodig heeft, net als onze telefoons.” p. 57
“We zouden vast kunnen leren zingen of tekenen. Maar wie heeft daar tijd voor? Waarom zouden we het risico lopen teleurgesteld te raken of slechts met beleefde minzaamheid behandeld te worden? zouden we ons niet moeten specialiseren in de dingen waarvan we weten dat we er al goed in zijn? We stellen onszelf de vraag van de typische pragmatische ouders die horen dat hun kroost naar een kunstacademie wil: wat wil je daar nou mee gaan doen?” p. 68
“Uit onderzoek blijkt dat we meer kunnen leren door te kijken naar mensen die bij dezelfde taak min of meer op ons eigen niveau presteren – met fouten en al – dan door te kijken naar de onberispelijke perfectie van de experts, die vaak niet goed kunnen uitleggen hoe ze doen wat ze doen of zich nauwelijks kunnen herinneren hoe het was om op het punt te zijn waar jij nu bent.” p. 75
“Hun (nvdr: dat van kinderen) om ergens slécht in te zijn terwijl iedereen dat prima vindt, is een wezenlijk onderdeel van de manier waarop ze goed worden. Kleine kinderen zijn leermachines, niet-aflatend nieuwsgierig en geconstrueerd met fouten in gedachten. Ze zetten dagelijks veertienduizend stappen met een foutenpercentage dat voor volwassen beginners die iets willen leren uiterst ontmoedigend zou zijn, misschien wel catastrofaal.” p. 80
“Verander de manier waarop je oefent. Een van de belangrijkste vondsten van de afgelopen tientallen jaren uit de wetenschap van het leren is het voordeel van ‘variabele oefeningen’. Als we allerlei uiteenlopende vaardigheden oefenen, in plaats van dezelfde vaardigheden gedurende lange perioden op monotone wijze te herhalen, presteren we tijdens het oefenen zelf vaak slechter, maar op de lange termijn presteren we beter. Omdat we ons meer moeten inspannen om de verschillende oefeningen en de manieren waarop we ze aanpakken, te onthouden, voeren we ze beter uit.” p. 89
“Onthoud dit: als het gemakkelijk voelt, ben je waarschijnlijk niet aan het leren.” p. 90
Veel lees(r)plezier!
Saskia Vandeputte
Vanderbilt, Tom (2021). Beginners. De bijzondere kracht van een leven lang leren. Volt: Amsterdam – Antwerpen.