Here we go!
Eerst even wat ‘holding space’ betekent*:*
“Holding space houden is wat we doen als we naast een persoon of groep lopen, op een reis door liminal space (noot: zie verder voor duiding). We doen dit zonder hen het gevoel te geven ongeschikt te zijn, zonder iets voor hen te proberen op te lossen, en zonder te proberen invloed te hebben op de uitkomst. We openen ons hart, bieden onvoorwaardelijke steun en laten oordeel en controle los.” (p. 28)
- Holding space past niet netjes in een taak- of functie-omschrijving. Het is een contextafhankelijke rol. Het vermogen om sensitief en innovatief te reageren op wat zich aandient, versterkt de kwaliteit om totaal aanwezig en tegelijk absoluut onzichtbaar te zijn. (p. 16)
- Holding space is een onderzoek, geen expertise. Met andere woorden: het is iets om de rest van je leven curieus naar te blijven én te blijven proberen. Zoals zo vaak is een lerende houding hier een must. (p. 17)
- Een prachtig beeld: holding space gaat om het ‘worden’ van een soort kom voor mensen die van A naar B gaan en dus in verandering zijn. Die kom is een container om alle opgebroken stukjes van identiteit A veilig te houden terwijl ze wachten om (op)gebouwd te worden tot de nieuwe identiteit B. (p. 27)
- De kunst is om je ego erbuiten te laten. Het gaat niet over jou. Niet over jouw succes, en zelfs niet over jouw falen. Laat je ego niet in de weg zitten; de groei van de ander staat centraal. (p. 29)
- “Als we in complexere situaties diepgaand holding space houden, creëren we een tussenruimte die vreemd, uitgestrekt gebied en soms ongemakkelijk is, een ruimte vol complexe en vaak overlappende emoties. Ik noem dit liminal space.(…) Dat is dus een periode waarin iets – sociale hiërarchie, cultuur, geloof, traditie, identiteit er cetera – is opgelost of ontbonden en er nog niets nieuws is ontstaan dat daarvoor in de plaats komt.” Holding space is een reis door liminal space, waarbij je balanceert tussen loslaten en vasthouden. (p. 34)
- Holding space veronderstelt selectief oordelen. Anders dan niet-oordelen, betekent selectief oordelen dat je wél laat weten dat je iemands keuzes niet ondersteunt als die kwetsen, onderdrukken of achterstellen. Het is bevrijdend om te mógen oordelen vanuit je eigen waardenkader. Wie holding space houdt, is geen neutrale toeschouwer. De uitdaging is om ons onderscheidingsvermogen te gebruiken om te bepalen wanneer we ons beter van een oordeel kunnen onthouden en wanneer we beter ons oordeel kunnen gebruiken: in het belang van diegene die we holding space bieden, om op te komen voor onze waarden, om minder destructieve pistes te verkennen,… Bedoeling is dat ons oordeel doet groeien, en niet doet krimpen door schaamte (zie ook boven: houd je ego erbuiten). (p. 51)
- “Holding space werk is het slijpen van je intuïtie. (…) Trauma staat soms in de weg van intuïtie.” Je wordt dan getriggerd door tekenen van gevaar, afwijzing, … en je emotionele brein neemt het over: je reageert vanuit je eigen (oude) pijn, in plaats van vanuit je wijsheid. Eerst aan je heling werken is dan de boodschap. (p. 70)
- De ringtheorie van Susan Silk en Barry Goldman is boeiend om te weten wat je tegen wie kan zeggen en bij wie je niets ‘te dumpen hebt’. Lees er hier meer over:
How not to say the wrong thing
- Onderschat nooit hoeveel emotionele arbeid holding space vraagt. Het is de reden waarom het soms rotvermoeiend is om aan iemands ziektebed te zitten of waarom luisteren naar ‘weerstand’ bij een veranderproces slopend kan zijn. (p. 91)
- Het tegenovergestelde van holding space houden is holding space kapen. Denk aan de soms subtiele processen van controleren, manipuleren, intimideren, veroordelen,… Valkuilen waar we allemaal wel eens intrappen, of waar mensen soms als patroon in vastzitten. Het hoofdstuk over holding space kapen is boeiende lectuur over emotie-politie, white – and mensplaining, overmatige excuses (Zie ook mijn recensie van het boek ‘Sorry hoor’), grenzen negeren, passief-agressief gedrag,… (p. 93)
- “Wanneer je in een intieme relatie zit met iemand en je je afvraagt of je de juiste persoon bent om holding space voor hem/haar te houden, stel jezelf dan de juiste vragen.” Soms is dichtbij té dichtbij. Dan zitten er patronen in de weg, wil je te veel beschermen, redden of ‘fiksen’ (zie ook de dramadriehoek) of heb je door jullie historiek te weinig geduld en mededogen. (p. 109)
- Heb jij de neiging om een verontschuldiger, een aandachtstrekker of een kameleon te zijn? Bij dit soort archetypisch gedrag (de lijst is nog veel langer) kan je simpelweg niet kwaliteitsvol holding space houden. Het is een kwestie van het te herkennen, mensen er op aan te spreken en je zonodig te onttrekken an de relatie of situatie. Simpeler gezegd dan gedaan wel 🙄😏 (p. 114)
- “There is no shortcut through liminal space.” Sommige mensen willen ‘geen gedoe’ en zoeken daarom een sluiproute, recht van A naar B. Het moeilijke, chaotische, pijnlijke, ongemakkelijke … bypassen keert echter als een boomerang terug in je gezicht. Het verlengt en vertraagt de transformatie alleen maar. Dit is een pleidooi om een conflictueuze sfeer te leren containen (p. 119)
- Holding space vraagt om een energetisch membraan. Hoe die analogie zit, lees je best zelf op p. 133 en verder. Iets met selectief doorlaten, vrienden van vijanden onderscheiden en je homeostase behouden.
- In emotioneel volwassen relaties, kan je gezond holding space houden voor elkaar. Je sluit dan een sociaal contract waarin je verwachtingen en behoeften uit, grenzen bepaalt, afspraken maakt over geven en ontvangen,… (p. 144)
- “Je bent een soeverein wezen. Je hebt gezag en macht over je lichaam, je tijd, je energie en je gezondheid. Iedereen met wie je omgaat is ook een soeverein wezen. De meest succesvolle relaties zijn deze waarin de betrokkenen die soevereiniteit in zichzelf en in elkaar sturen zonder deze in gevaar te brengen, te onderdrukken of erdoor bedreigd te worden.” Oftewel: mensen met gezonde ‘membranen’ durven grenzen aangeven. (p. 161)
- In het hoofdstuk over authenticiteit beschrijft Plett de weg naar binnen en de weg naar buiten. Ik zie veel raakvlakken met het beklimmen van de tweede berg, de metafoor van David Brooks in zijn gelijknamige boek en met het streven naar positieve wederzijdse afhankelijkheid waarover ik dit essay schreef. (p. 165)
- Velen onder ons dienen niet als kom (zie de metafoor hierboven) maar als schokdemper. We dempen dan het gevaar, absorberen de gevoelens van de ander en maken die gevoelens voor hem/haar onschadelijk. Je doet het werk dat de ander eigenlijk voor zichzelf hoort te doen. Dat is nefast, omdat je zo je eigen ‘energetisch membraan’ afbreekt en zelf niet langer beschermd bent tegen schade. Schokdempers zijn systemisch ingebed. In een hiërarchische relatie is de mindere vaak de schokdemper van de meerdere, bijvoorbeeld. Minderheden en onderdrukte groepen lopen sowieso sneller het risico om als schokdemper te dienen. (p. 189)
- Onze onvervulde behoeften staan ons vermogen om holding space te houden voor anderen in de weg. Met andere woorden: bepaal, erken en vraag eerst om wat je zelf nodig hebt. Anders “komen die onvervulde behoeften als agressieve kinderen in opstand en saboteren ze onze inspanningen om andere mensen mededogen te bieden’”. (p. 197)
- Over de link tussen onvervulde behoeftes en emoties kan ik je naast het betreffende hoofdstuk in het boek mijn favoriete (animatie)film aanraden: Inside Out, vertaald als Binnenstebuiten.
- Mindfullness en onthechting zijn twee concepten die je ‘container’ om holding space te houden, versterken. Mindfullness gaat over de kwaliteit om aandachtig open te staan voor nieuwe informatie, je bewust te zijn van nieuwe perspectieven en voorbij de rigiditeit van categorieën (goed/slecht; succes/falen) te denken. Onthechting houdt in “dat je een vraag kunt stellen zonder het juiste antwoord in je hart te houden. (…) Onthechting gaat niet over het creeëren van afstand of afscheiding. In plaats daarvan gaat het om liefhebben met ‘een open hand’. Je laat de controle over de uitkomst los en behandelt de ander als een soeverein individu. (p. 205)
- Op p. 215 en verder gaat het over lichaamsbewustzijn. De moeite om in ons taalgebied het werk van Jan Mouton en Paula Kolthoff hierover te volgen.
- Wie houdt holding space voor jou? Boor je sociaal kapitaal aan. Plett gebruikt het beeld van de Russische matroesjka’s als metafoor: “jij biedt holding space aan een kleiner popje, terwijl een grote pop holding space biedt aan jou. Elke pop heeft een andere pop nodig die hem vasthoudt, zodat hij op zijn beurt hetzelfde kan doen voor iemand anders. “(p. 221)
- Holding space houden vraagt dat je je inner work doet en je schaduwkanten (alles wat je uit het licht probeert te houden) onder ogen ziet. “Bovenal vereist het erkennen van en het werken met onze schaduwen dat we onze ego’s opzijzetten. Het insluiten van onze schaduwen, in plaats van voortdurend te proberen ze te negeren, laat hun kracht los en bevrijdt ons. Als we daarin slagen, kan ons werk grootse impact hebben op anderen, zelfs als we niet per se begrijpen wat die impact zou kunnen zijn.” (p. 237)
Daarna volgt nog een heel lezenswaardig deel over holding space voor gevorderden: bij conflict, in machtsrelaties, … Het vraagt te veel voorkennis om de inzichten hier summier weer te geven zodat je er iets aan hebt. Ik stip wel graag mijn favoriete hoofdstuk in dit deel aan: ‘van safe naar brave space’. Of hoe we de moed kunnen opbrengen om uit de veilige zone van vrijblijvendheid en comfort te treden, om zo werkelijk te leren en te groeien. Wordt vervolgd!
Saskia Vandeputte
Plett, Heather (2021). De kunst van holding space. Lessen in liefde, loslaten en leiderschap. Nijmegen: uitgeverij Het Noorderlicht.